Ken je dat? Je vraagt: “Ruimen jullie straks even op?” om er na verloop van tijd achter te komen dat er niets gebeurd is. Maar dat hadden we toch afgesproken?
Wat is er aan de hand?
Het is geen duidelijke afspraak. En uh… is het eigenlijk wel een afspraak?
In Transactionele Analyse (TA) spreken we van een contract. De grondlegger van TA (Eric Berne) definieert een contract als een expliciete, wederzijdse verbintenis tot een nauwkeurig omschreven gang van zaken. Je stemt dus samen extreem goed en gedetailleerd af. De deal moet bovendien voor alle partijen goed genoeg zijn. Wanneer niemand bevestigend gereageerd heeft op jouw “Ruimen jullie straks even op?”, noemen we dat in TA geen afspraak. Het is hooguit een opdracht die vermomd is als afspraak. Jij hebt een vraag gesteld maar geen respons ontvangen. En zelfs als iemand wel (soort van) akkoord gegaan is (“Jaha…”), dan is het nog steeds een onduidelijke afspraak en dus een slecht contract.
- Want wie zijn ‘jullie’?
- Wat is ieders rolverantwoordelijkheid?
- Wanneer is ‘straks’?
- Wat moet er precies worden opgeruimd?
- Hoe moet dat gebeuren?
- Wat levert het ieder op?
- Wanneer is het gelukt?
- Hoe laat is het klaar?
Toen het onderwerp ‘contracteren’ in mijn TA-opleiding aan de orde kwam, dacht ik eerst: ‘Ja, ja, dat weet toch iedereen?’. Het klonk ook best logisch dat het ontstaan van gedoe* vrijwel altijd terug te voeren is op het ontbreken van een goed contract. Maar ik kwam er al snel achter dat ik bijna nooit echt goede contracten maakte. En nog steeds vind ik dat best lastig. Een goed contract vereist namelijk bewustzijn, het kost tijd en het vraagt soms best wat lef. Het kan echt spannend zijn om te durven staan voor je eigen wensen en tegelijkertijd kunnen accepteren dat het bij onderhandelen draait om ‘geven en nemen’. Vaak lijkt het dan ook veel gemakkelijker om gewoon maar even te kijken hoe het loopt. Zeker bij vrienden of familie kan het geforceerd voelen om ‘ineens’ veel belang te hechten aan duidelijke afspraken.
– “Waar blijven jullie? We zitten al een tijdje met z’n allen te wachten.”
– “Oh echt? We rijden nu pas weg dus dat gaat nog wel even duren.”
– “Dat is niet zo handig want je zus moet over een half uurtje alweer weg.”
– “Maar jij zei toch dat het niet uitmaakte wanneer we zouden komen?”
– “Maar ik wist niet dat jullie zo vreselijk laat zouden wegrijden!”
Wanneer het contract niet goed blijkt, is het een kleine stap om te gaan twijfelen aan elkaars goede intenties.
Als je niet op tijd doorhebt dat je contract tekort schiet, kan dat leiden tot teveel onduidelijkheid. En dat gaat gepaard met spanning en gevoelens waar we doorgaans helemaal niet op zitten te wachten. Als we dit patroon niet herkennen en begrijpen, komt het vaak niet in ons op om te benoemen wat we nodig hebben. En zelfs als we het wel zien en snappen, kan het nog steeds ongemakkelijk zijn om aan te geven wat onze behoefte is. Maar de spanning moet wel van de ketel!!. ‘Gelukkig’ hebben we de dramadriehoek nog. Wat kan het toch heerlijk opluchten:
- om een ander de schuld te geven van de hele situatie (Aanklager)
- en/of om alle schuld ‘op je te nemen’ /de handdoek in de ring te gooien (Slachtoffer)
- en/of om het ongevraagd voor het hele gezelschap op te willen lossen (Redder)
- en/of om je kop in het zand te steken onder het mom van: ‘Het is mijn probleem niet.’ (Omstander).
Groot nadeel is dat de onderlinge sfeer er helaas zelden van opknapt. Het vertrouwen neemt af waardoor het contact kan verwateren terwijl we dat diep in ons hart eigenlijk helemaal niet willen. Mijn ervaring is dan ook dat het dubbel en dwars loont om goede contracten te sluiten, zelfs als het geforceerd voelt. Helaas worden afspraken dus nog wel eens verward met regels en opdrachten. Vooral op scholen en het werk, maar zeker ook thuis, wordt nog wel eens eenzijdig bepaald wat er moet gebeuren maar noemt men dat ‘afspraken’. Het gevolg is dat veel kinderen (en volwassenen) niet enthousiast reageren op het voorstel om ‘afspraken’ te maken. Jammer, want goede afspraken zijn echt alleen maar fijn.
- Je weet waar je aan toe bent.
- Je ervaart dat jouw mening belangrijk is.
- Je voelt je gezamenlijk verantwoordelijk voor het resultaat.
- Als iets (niet) goed gaat, kan je dat gemakkelijker bespreekbaar maken.
- De kans op misverstanden en ruzies is kleiner.
- Het is duidelijk wanneer het gelukt is en wanneer het klaar is.
- Er komt meer ruimte voor ontspanning en plezier!
Fijn toch?
* Gedoe: heibel, gedonder, stront aan de knikker, weerstand, onwil, ziekmelden, herrie, ongezellig, unfair, oncollegiaal gedrag, roddel, afhaken, crisis, verwijten, conflicten, verwarring, besluiteloosheid. (Swieringa & Jansen, 2005)